Markeren

Karel is een man die tijdens zijn werk niet van ophouden hield. Op de vliegbasis Soesterberg was hij er altijd als eerste aanwezig en ging hij als laatste weg. Zeker tijdens de Koude Oorlog was hij tijdens zijn diensten niet te stoppen. “Je wist nooit of de Russen zouden komen, je moest altijd paraat zijn”.

Voor Karel is het daarom nu ook zo lastig om te accepteren dat hij niet meer kan meekomen. Hij is aan de rolstoel gekluisterd en voelt zelf ook dat er een andere fase aanbreekt. Zijn klachten worden erger, hij voelt zich sneller moe, ervaart minder eetlust en is wat minder spraakzaam.  Als jij hem zo tegen komt op de gang, zou je inderdaad zeggen dat de terminale fase is aangebroken.

Het opmerken en benoemen van deze verandering noemen we “markeren”. Markeren is het moment vaststellen dat er een andere levensfase aanbreekt. De zorg signaleert dit en de arts markeert deze fase.
Het markeren voelt vaak heel definitief. Voelt dit voor jou ook zo? Toch is het belangrijk om deze fase te markeren. Want als de arts zegt dat je nog vijf jaar te leven hebt, dan komt er op een gegeven moment in die periode een kantelpunt.

Bespreek het markeren eens met je team. Om je te helpen dit te bespreken hebben we een mooie filmpje gevonden waarover je het kan hebben.

Nuttig voor deze fase​

In de zorg kijk je altijd vooruit. Maar soms is de omgeving nog niet zover. Heb jij hier oog voor? In dit filmpje (Engelstalig) zie je dat de bewoners van dit huis nog niet toe zijn aan de volgende stap. Zij vragen of de ander het alsjeblieft anders willen noemen. En het niet hardop wil zeggen. Op tijd markeren van de palliatieve fase is zo belangrijk, zodat mensen de tijd krijgen hun leven goed af te ronden. Zie jij dat ook zo?

Dit filmpje kan je gebruiken als energizer bij een klinische les of als introductie om het markeren te bespreken in je team.


Doodgewoon bespreekbaar

Karel vindt het belangrijk dat mensen eerlijk zijn en hem gewoon zeggen waar het op staat. Zeker nu de dood dichterbij komt wil hij weten wat hem te wachten staat en wat dit voor hem betekent de komende tijd.

De dood hoort bij het leven, toch is hierover praten niet voor iedereen even makkelijk. Weet jij van jezelf hoe dat voor jou is? Hoe gemakkelijk praat jij over de dood met een bewoner? Als je het gesprek aangaat met een bewoner, lever je daarna gemakkelijker kwaliteit voor leven en voor sterven. 

Om je te helpen waar je over na moet denken en wat je kunt bespreken, heeft de website “Doodgewoon bespreekbaar” een checklist ontwikkeld die je samen met de bewoner óf de bewoner met zijn mantelzorger, mondeling of schriftelijk kunt invullen.

Nuttig voor deze fase​

Het nadenken over en bespreken van sterven en doodgaan is belangrijk. Maar waar moet je aan denken? Deze checklist van de website “doodgewoon bespreekbaar” begint met de kwaliteit van je leven. Het eerste deel gaat over de tijd voor het sterven. Het tweede deel gaat over de persoonlijke wensen.

Praten over palliatieve zorg in begrijpelijke taal of met mensen met een andere culturele achtergrond.

Bij Pharos vind je hierover informatie en hulpmiddelen. Kijk eens op Kennisbank – Pharos

Helder en open communiceren​

Karel is een echte familieman. Wist je dat er tegenwoordig zelfs een deel van zijn outfit tentoongesteld wordt in het Nationaal Militair Museum? Zijn kleinkinderen gaan er graag heen, ze kennen de verhalen van opa maar al te goed.

Karel heeft een hechte band met zijn kinderen en kleinkinderen en vertelt hen alles over het verleden. Maar ook over hoe het nu met hem gaat. Het is belangrijk dat wij de familie betrekken bij de zorg.

In de palliatieve fase verandert er in korte tijd veel voor bewoners en hun familie. Juist in deze periode is het belangrijk om bewoners en familie goed te begeleiden. 

Begeleiden doe je op verschillende manieren. De ene verzorgende zorgt ervoor dat ze in de buurt is, de ander maakt apart een afspraak om familie bij te praten. Hieronder vind je tips die nuttig zijn voor deze fase.

Nuttig voor deze fase​

Wil je graag zien hoe je een goed gesprek kunt voeren?  Op de website ‘Zorg voor beter‘ staan een paar mooie voorbeelden in verschillende filmpjes.

Gebruik deze filmpjes als voorbeeld voor jezelf of als afsluiter bij een klinische les.

In de palliatieve fase zal het leven voor de patiënt en diens naasten in relatief korte tijd sterk veranderen. De vooruitzichten zijn ongunstig. Dat kan onzekerheid met zich meebrengen. Juist in deze periode is het belangrijk om bewoners en familie goed te begeleiden. 
Wees aanwezig voor de bewoner door de tijd te nemen. Sommige gespreksonderwerpen zijn emotioneel en vragen meer tijd. Nonverbale communicatie kan je hier actief bij inzetten: Door te gaan zitten, te letten op je lichaamshouding, te ontspannen en rustig te praten.

Geef iemand de ruimte om alle onderwerpen die van belang zijn te bespreken. Deze en nog meer tips vind je in deze pdf.

Je zorgt ervoor dat je

  • aanwezig bent voor de patiënt;
  • ruimte geeft voor actuele onderwerpen die aan de orde gesteld moeten worden;
  • anticipeert op diverse scenario’s.

bron: Huisarts en wetenschap

 

Reflectie geeft je de kans om te kijken naar jezelf. Weet jij wat er werkt in de communicatie naar de bewoner en wat belemmert je? Door regelmatig te reflecteren kan je je communicatie in je werk verbeteren.

Er zijn verschillende momenten waarop je reflecteren actief kunt inzetten:

  • Bij de dag-evaluatie (los van de overdracht);
  • Tijdens de één op één gesprekken met een collega. Of in je jaargesprek met je leidinggevende;
  • Tijdens een teamoverleg kan je hier ook tijd voor inruimen;
  • Nog mooier is het als het ook tijdens een multidisciplinair overleg kan;
  • Thuis aan het einde van de dag.

Om jezelf bewust te zijn van je eigen houding hebben we een aantal reflectie opdrachten geschreven. Je kan deze gebruiken door ze in het team met elkaar te bespreken. Maar je kan ze ook voor jezelf beantwoorden en dus alleen reflecteren.

Download reflectie opdrachten

Signaleren van behoeften en wensen​

Karel is de laatste tijd wat neerslachtig. Hij heeft veel met zijn familie gepraat en is zich maar al te goed bewust van het feit dat het einde eraan zit te komen. Toch is hij niet helemaal uit het veld geslagen. Hij heeft in zijn boekje nog een lijst gemaakt, een “bucketlist”. Hij heeft deze punten de afgelopen weken samen met zijn zoon opgeschreven. Dit gaf mooie en emotionele gesprekken. Tot op heden heeft hij deze punten nog niet gedeeld met de verzorging.

Wist je bijvoorbeeld dat Karel een echte Formule 1 fan is? Hij doet niets liever dan op zondag naar de race kijken.

Weet jij waar je bewoner voor wakker wil worden of zijn stoel voor uit komt? Waar doe je je bewoner nu echt een plezier mee? Ontdek dit en neem het mee in je dagelijkse zorg. In deze fase is het van belang om hier al bij stil te staan. Om je hierbij te ondersteunen hebben we een handige lijst ontwikkelt.

Nuttig voor deze fase​

Weet jij waar je bewoner voor wakker wil worden of zijn stoel voor uit komt? Waar doe je je bewoner nu echt een plezier mee? Ontdek dit en neem het mee in je dagelijkse zorg.

We willen dat de zorg in de laatste levensfase van een bewoner goed aansluit bij zijn of haar waarden, wensen en behoeften. Daarom is het belangrijk om de laatste levensfase (palliatieve fase) te benoemen en te bespreken met bewoners en hun naaste(n).

In 4 tips geven we je handvatten hoe je dit kan oppakken.

Bewustwording laatste levensfase​

De zoon van Karel merkte al een tijdje dat het steeds slechter ging met zijn vader. Hoe lang zou het nog duren voordat hij er niet meer zou zijn? En hoeveel tijd hebben ze nog om de bucketlist af te werken? Wat kan er nog gedaan worden voor zijn vader en wie bepaalt dat eigenlijk? Ook Karel zelf heeft deze vragen maar hij durfde ze zelf niet te stellen aan de verzorgenden.

Begin jij op tijd te praten met een bewoner over de laatste levensfase? Of wacht je tot de familie een vraag aan je stelt? Wie bepaalt of er nog behandeld moet worden, en tot hoe ver ga je dan? 

Nuttig voor deze fase​

In 2013 zond Nieuwsuur een vierluik over uit over de medische besluitvorming in de spreekkamer. In deel twee en drie wordt een kijkje gegeven in het verpleeghuis en een hospice.

Deze filmpjes zijn apart te bekijken en duren gemiddeld 10 minuten. Je kan deze filmpjes inzetten als introductie waarna je met elkaar in gesprek kan gaan over een onderwerp. Onderwerpen die in deze documentaire besproken worden zijn:

  • reanimatiebeleid;
  • geen sondevoeding bij slechter eten/drinken;
  • wat als familie achteruitgang bespreekt; onnodige verlenging;
  • ziekte inzicht bij dementie;

Wanneer zet jij de hulptroepen in?

Eén voor allen, allen voor één. Dat was het motto van Karel tijdens zijn tijd in het leger. Hij zou zijn leven geven voor zijn kameraden in de strijd. Samen kom je verder dan alleen en dat geldt ook voor de tijd in het verpleeghuis.

Het is niet altijd meteen duidelijk wat een bewoner wil en nodig heeft. Soms moet jij dit als verzorgende bespreekbaar maken. En soms kan je dit ook niet alleen. En heb jij hier hulp bij nodig.

Vergeet niet dat je in een team werkt. Je collega’s kunnen helpen waar nodig. Denk hierbij aan geestelijke verzorgers, logopedie of andere leden van je multidisciplinaire team. Wanneer zet je vrijwilligers in de terminale zorg in?​ En wat vraag je van naasten en mantelzorgers?

Nuttig voor deze fase​

Soms is het netwerk van een bewoner klein om alle zorg te geven die zij aan het  familielid wil bieden. Een vrijwilliger kan dan een extra steun en toeverlaat zijn. 

Binnen de organisatie werken we veel met vrijwilligers. Zij brengen de koffie rond. Doen activiteiten in en rondom het huis. Maar als we iets verder zijn in de palliatieve fase (de terminale of stervensfase)  maken we ook gebruik van een specifieke vrijwilliger. Deze gespecialiseerde vrijwilligers hebben ervaring in de palliatieve terminale zorg (VPTZ) en hebben hiervoor speciaal opleidingen gevolgd.

Het is in deze fase, nog ruim voor de stervensfase van belang om hier met familie al bij stil te staan. Dit voorkomt het overvragen van de naasten en mantelzorgers. Zij kunnen in een later stadium de zorg voor de bewoner ondersteunen door overdag een poosje aanwezig te zijn, of het waken ’s nachts over te nemen. Door dit op tijd aan te bieden zorgen we ook voor de naasten en mantelzorgers.

In de volgende tabbladen vind je de folders die je ondersteunen in de keuze of en wanneer je deze vrijwilligers kunt inzetten. 

Let op! in regio Nijkerk werken we samen met Hospice Nijkerk en niet met Proxima.

Wil je vrijwilligers inzetten in de palliatieve fase? En werk je binnen Beweging 3.0 (niet in Nijkerk) dan werken we samen met de organisatie Proxima.

Download deze infographic en doorloop de fasen en je weet of inzet van een vrijwilliger passend is.

Naast Proxima werken we in regio Nijkerk samen met het Hospice Nijkerk.

Download deze infographic en doorloop de fasen en je weet of inzet van een vrijwilliger passend is.

Lees ook het verhaal van...

Johanna was vroeger lerares in het Klooster Ter Eem. Ze denkt graag terug aan die tijd en is een lerares in hart en nieren. Ze was als alleenstaande onafhankelijke vrouw gewend om haar eigen keuzes te maken. Ze hecht daarom veel belang aan haar persoonlijke verzorging en kledingkeuze. De laatste tijd heeft ze steeds meer de drang om te dwalen omdat haar dementie verergert. Daarom is ze opgenomen in het verzorgingshuis. Er is niemand die haar beter begrijpt dan haar nicht, zij communiceert af en toe voor Johanna als dat nodig is.