Niet pluis, kom in actie

Eva is al een tijdje aanwezig in het verzorgingshuis. Je ziet haar de afgelopen tijd steeds meer moeite hebben met opstaan en in beweging komen. Je probeert haar nog wel te helpen met het lopen met het looprek maar ziet ook wel dat dit bijna niet meer gaat.

Daarnaast merk je dat ze het toch wel heel lastig heeft met het feit dat ze niet meer zelf de deur uit mag. Het risico op vallen is toegenomen. Dus is er met de familie en de arts afgesproken dat ze niet meer alleen naar buiten gaat. Vroeger nam ze vaak bij de voordeur afscheid als er bezoek was geweest. Hoe ze dat nu doet weet je niet. Je hebt bij Eva al je zintuigen nodig om alles in de gaten te houden.

Tijdens je werk ben je continue aan het observeren. Wanneer je nog niet zoveel ervaring hebt doe je dat misschien heel bewust en ga je er soms ook even voor zitten. Wanneer je al wat langer in de zorg werkzaam bent, heb je je ‘klinische blik’ waarschijnlijk al ontwikkeld. In deze laatste fase staan we daar voortdurend bij stil.

Nuttig voor deze fase​

Er zijn situaties die om deze kritische blik vragen. Daarom hebben wij een zakkaartje gemaakt. De 5 x W en H kaart. Deze helpt je om de situaties snel in beeld te brengen.

Download zakkaartje

Het herkennen van de stervensfase

Een koude neus, reutelen en troebele ogen, het zijn enkele symptomen die bij mensen wijzen op een naderende dood. Herken jij de tekenen van de stervensfase?

De laatste week gaat Eva snel achteruit. Haar familie is langsgekomen en is op de hoogte gesteld van het naderende einde. Door de observaties die je hebt gedaan weet je dat de stervensfase is ingegaan bij Eva. Je kunt er nu voor gaan zorgen dat je de laatste fase zo goed mogelijk begeleidt. Zorgen dat de laatste fase dragelijk is voor Eva, dat haar naasten hierin ook betrokken worden en dat je zorgt voor een waardig levenseinde.

Aan het einde van het leven vinden lichamelijke en geestelijke veranderingen plaats die wijzen op het naderend sterven. Niet alle veranderingen zien we bij iedere stervende en ook de volgorde waarin ze verschijnen verschilt van persoon tot persoon: ieder mens en ieder sterfbed is uniek.

“Mensen leven hun leven op hun eigen manier, sterven doen zij ook op hun eigen manier.”

Nuttig voor deze fase​

Er zijn een paar belangrijke kenmerken die de laatste fase aankondigen:

  • Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht.

  • Veranderingen in de ademhaling. Een mens leeft zo lang hij ademhaalt. Bij mensen die gaan sterven is een stokkende en onregelmatige ademhaling meestal een teken dat de dood snel dichterbij komt.

  • De bloedsomloop neemt af. Het lichaam houdt zo lang mogelijk de doorbloeding van hart en longen in stand. Omdat het bloed zich meer en meer terugtrekt naar de borst- en buikholte, kunnen handen, armen, voeten, benen en neus koud aanvoelen.

  • Minder contact – verandering in bewustzijn. In de stervensfase is iemand minder vaak wakker en worden de perioden dat iemand wakker is korter. De stervende lijkt zich steeds meer terug te trekken en is steeds moeilijker te bereiken.

  • Onrust en verwardheid. Het kan voorkomen dat door een gedaald bewustzijn iemands gedrag verandert. De stervende kijkt dan anders uit zijn ogen en kan een onrustige en verwarde indruk maken. Dit wordt een delier genoemd.

Kenmerken stervensfase

Het IKNL heeft de folder ‘De Stervensfase’. Je vindt deze in de IKNL webshop.

Dit formulier zit in het Electronisch Patienten dossier. Heb je twijfels hoe je dit formulier moet invullen? Pak het er dan een keer bij in het teamoverleg en doorloop stap voor stap alle punten. Wees hierin kritisch naar elkaar. 

Beantwoord de volgende vragen met elkaar:

  • Weet je echt wat je moet invullen bij bijvoorbeeld: “Is de cliënt comfortabel en bevindt zich in veilige omgeving?”
  • Wat als jij één van de twee punten van toepassing vindt? Wat vul je dan in?
  • “Is er aandacht voor welbevinden van naasten?” Wat is welbevinden? En wie zijn de naasten?
  • De “Client is niet kortademig”. Hebben jullie het dan over hetzelfde?

Neem dit gewoon een keer door. Je leert hierdoor met elkaar dezelfde taal spreken. Ook heel waardevol om te bespreken met andere disciplines en de arts.

Palliatieve sedatie

Langzaam is duidelijk geworden dat Eva de komende dagen komt te overlijden. Het is nu zaak om de laatste dagen dragelijk te maken. Het is fijn om te zien dat haar familie een goede band met haar heeft. Ze zijn  elke dag aanwezig om te waken. Ze wisselen elkaar af en houden elkaar goed op de hoogte. Ze zorgen ervoor dat de verzorging wordt geroepen wanneer het nodig is, maar pakken ook zelf veel op. De dominee is op verzoek langsgekomen. Na goed overleg met Eva en de familie is met hun instemming alles in gereedheid gebracht voor de laatste fase, de palliatieve sedatie.

Palliatieve sedatie is het verlagen van het bewustzijn van de bewoner in de laatste fase. Het doel van palliatieve sedatie is het draaglijk maken van de laatste dagen. Palliatieve sedatie verkort het leven van de bewoner niet. Daarom moet je dit niet verwarren met euthanasie. Ook voor bewoners en familie is dit verschil belangrijk. Ondanks dat de familie van Eva begrijpt dat palliatieve sedatie fijner is voor Eva, zijn ze wel bang dat het sterfproces nu nog sneller afgelopen kan zijn. Het is dan ook belangrijk dat je goed uitlegt dat palliatieve sedatie de levensduur niet verkort, maar dat het vooral in het teken staat van de laatste levensdagen zo prettig mogelijk maken voor de bewoner. 

“Mensen sterven niet omdat zij niet eten of drinken, zij eten en drinken niet omdat zij sterven”

Nuttig voor deze fase​

In de laatste fase van het leven hebben mensen andere behoeften. Er komen dan regelmatig moeilijk te beantwoorden vragen vanuit de familie en mantelzorgers. Maar ook bij de zorg zelf spelen dit soort vragen dikwijls. De meest gestelde vragen hebben we omgezet in een quiz.

Quiz 

Zorg voor een quizmaster, papieren en pennen.
Deel je team op in groepjes van 2-3 personen. Neem voor elke quizvraag = dit is één ronde – 2 minuten de tijd om het antwoord formuleren. Dit mag met smoezen onderling. Daarna schrijven de groepjes de antwoorden op papier en houden ze deze omhoog.

De quizmaster besluit wat het juiste antwoord is.

De quizvragen 

    1. Kan iemand dood gaan door niet meer te eten of te drinken?
    2. Wat als er is besloten te stoppen met eten en drinken, en de bewoner wil toch een slok water. Geef je dat dan?
    3. De bewoner heeft een reutelende ademhaling. Weet jij hoe dit komt?
    4. Wat is het eerste signaal die je kan zien aan de ademhaling, waardoor je kan opmaken dat het einde nabij is?
    5. De voeten van de bewoner zijn ijskoud. Hoe kan dit?
    6. Welk zintuig blijft het langst actief? Neus, ogen of oren?
    7. Iemand is onrustig in de laatste fase. Is dit dan een delier?
    8. Kan iemand dood gaan aan palliatieve sedatie?
    9. Kan palliatieve sedatie een maand voor overlijden worden gestart? Hoe weet je dat iemand nog een maand heeft?
    10. Mag je, bij iemand die een delier heeft ook palliatieve sedatie toepassen?

De antwoorden

In deze folders kan je de antwoorden vinden op de quizvragen. Of kan jij de vragen vanuit jezelf al beantwoorden?

Download folder over de stervensfase

Download folder over morfine

Download folder over delier

Download over palliatieve sedatie

 

Het IKNIL heeft de samenvattingskaart richtlijn Palliatieve Sedatie. Je vindt deze in de IKNIL webshop.

Als er wordt overgegaan naar palliatieve sedatie dan verlaagt een arts opzettelijk het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase om het lijden te verlichten.

De behandelend arts zal, in overleg met het zorgteam, bepalen welke behandelingen er nog wel mogelijk zijn. Soms zijn ernstige symptomen nog wel behandelbaar, maar is de belasting van deze behandeling voor de patiënt onevenredig groot.

Als er in het geheel geen behandeling meer mogelijk is of als deze te belastend is, kan worden gekozen voor palliatieve sedatie. De patiënt is zich door deze medicatie niet meer bewust van de belastende symptomen. Daarmee is ook het lijden weggenomen. De arts bespreekt dit met de vertegenwoordiger en familie.

Daarbij worden ook de consequenties van palliatieve sedatie voor vocht en voeding besproken. De bewoner kan dan namelijk niet meer eten en drinken, maar ondervindt daarvan door het verlaagde bewustzijn ook geen hinderlijke gevolgen. Daarom krijgt de patiënt bij palliatieve sedatie geen vocht meer toegediend.

  • Veel voorkomende vraag van familie is vaak: “Hoe lang leeft iemand nog die niet meer eet en drinkt?”

Het antwoord op deze vraag is moeilijk precies in termen van tijd uit te drukken. Elk sterfbed is uniek en er is geen goede maat om te bepalen hoe lang iemand die niet meer eet en drinkt, nog kan leven. Meestal is het zo dat een patiënt die in een slechte conditie verkeert en stopt met drinken, maximaal nog één of twee weken leeft.

De zorg in deze fase is gericht op comfort en kwaliteit van leven.

Pijn is vaak moeilijk in te schatten bij mensen die zich niet meer goed kunnen uiten. Je kan dan nog letten op gezichtsuitdrukking, de geluiden die de bewoner maakt, de ademhaling, de manier waarop hij/zij beweegt en of iemand gespannen is. Aarzel niet om de arts te waarschuwen, als je denkt dat de patiënt onvoldoende pijnstilling heeft.

Soms kan er in de laatste levensdagen acuut een beeld ontstaan van sterke onrust en angst. Het lijkt dan alsof de bewoner ernstig in paniek is. Dit staat bekend als het ‘terminaal delier’ en ontstaat waarschijnlijk door een combinatie van allerlei ontregelingen in het lichaam. In die situatie kan de arts overgaan tot palliatieve sedatie. 

Het VUmc in Amsterdam heeft in 2011 een herziene versie van de brochure Zorg rond het levenseinde (pdf) uitgebracht. Deze publicatie is gratis te downloaden en geschikt om te delen met familie en mantelzorgers. 

Let op! Deze folder is geschreven voor de bewoner met Alzheimer of ander vorm van dementie. 

Lees het zelf goed door voordat je het aan familieleden mee geeft als een bewoner GEEN dementie heeft. Er staan veel bruikbare tips in voor de familie, maar jij kan als betrokken hulpverlener inschatten of het passend is.

Zorg in de laatste fase

Door de palliatieve sedatie is Eva inmiddels niet meer volledig bij haar bewustzijn. Het zorgteam heeft een waakmand samengesteld en heeft hierin onder andere een bluetooth speaker geplaatst.

De familie van Eva maakt hier dankbaar gebruik van. Via de speaker draait de familie zachtjes de muziek waar Eva van houdt: kerk muziek, met name psalmen en heel zachtjes, de shantymuziek van het Spakenburgs visserskoor waar haar man lid van is geweest. De familie weet zeker dat dit haar op haar gemak stelt. De verzorgende heeft de familie verteld dat het gehoor tot het laatst actief blijft wat maakt dat Eva deze muziek vast zal meekrijgen. Ook al kan ze niet meer reageren het geeft de familie een goed gevoel dat ze dit nog voor Eva kunnen doen. 

Voor bewoners in de laatste fase van het leven is de klok minder van belang. Zij hebben behoefte aan nabije zorg. Naasten willen graag betrokken zijn.

Nuttig voor deze fase​

Je kan als zorgteam een waakmand samenstellen en deze in de stervensfase aanbieden aan de familie. In deze mand zitten allerlei hulpmiddelen die voor de terminale bewoner of naasten van belang kunnen zijn in deze fase.

De familie kan zelf bepalen welk hulpmiddel ze willen gebruiken.

Geef bij het uitlenen aan een familie altijd aan dat de waakmand te leen is. Na gebruik wordt de waakmand schoon gemaakt en weer aangevuld.

Wat zit er allemaal in de Waakmand?

  • Denk aan een waxinelichtje (op batterij) of klein lampje met zacht licht. (van fele lampen worden mensen vaak onrustig);
  • Een bluetooth speaker, waardoor je muziek kunt afspelen. (Het gehoor van mensen blijft het langst intact);
  • Prettige geuren of massage olie voor eventueel hand/voetmassage.  (Lichamelijk contact geeft rust). Er kan ook een massageboekje in met uitleg hoe je deze massages geeft;
  • Voor de persoon die waakt, is er een plaid en nekkussen. Om behaagelijk te zitten;
  • Wat lekkers voor tussendoor; zoals zakje bouillon of “warme” thee.(een ander smaakje dan de standaard);
  • En voor de ontspanning tussendoor een puzzelboekje, kaartspel en een kleurboek (voor evt. kinderen, maar ook voor volwassenen een vorm van ontspanning tussendoor).

De Waakmand bevat dus materialen voor de bewoner en zijn naasten. Om die laatste fase zo aangenaam mogelijk te maken.

Download Inhoud waakmand PDF

In het verleden zeiden artsen wel eens tegen familie dat zij ‘niets meer konden doen’ in de laatste fase van de ziekte. Op familieleden kwam dit vaak over alsof de patiënt aan zijn lot werd overgelaten.

Door de goede zorg in deze tijd bestaan er veel manieren om het sterven te verlichten, en bewoner en familie te ondersteunen. Hoe belangrijk is het om te zorgen voor een goede laatste tijd?

Tijdens de dienst loop je regelmatig binnen, om de familie en de terminale bewoner te ondersteunen in hun verdriet of ongemakken te constateren en deze op te lossen. Neem hier de tijd voor. 

Als familie vragen heeft wat ze nog kunnen doen wijs ze er op dat ze de bewoner nog kunnen aanraken, vasthouden, zacht toespreken of muziek laten horen waar hij/zij van houdt. Dit kan de stervende een veilig gevoel geven.

Als dat mogelijk is, kunnen familieleden door elkaar af te wisselen ervoor zorgen dat de patiënt in de laatste dagen van zijn leven niet alleen is. Wijs ze er ook op dat deze fase lang kan duren en ook uitputtend kan zijn. De vrijwilligers van VPTZ kunnen hierbij ook ondersteunen.

Stervensfase[1]

Rouw en Verlies1

[1] Bron: https://palliaweb.nl/corona/patienteninformatie/informatie#Steun_bij_levensvragen 21-4-2020

Nazorg nabestaanden

Anderhalve maand geleden is Eva op een dinsdagavond overleden. De begrafenis was een mooie plechtigheid, in de kerkdienst klonk haar lievelingspsalm en de dominee hield een weloverwogenpreek.  Ook vanuit het verzorgingshuis waren er verzorgenden aanwezig.

Het is nu tijd om terug te kijken op de afgelopen fase. Niet alleen voor jezelf als zorgverlener maar ook voor de evaluatie van de gegeven zorg. Voor de familie is dit ook belangrijk in hun rouwproces. De familie van Eva gaf al aan dat ze behoefte aan hadden en wilden daarvoor langs komen

In het gesprek met de familie van Eva komen de volgende vragen voorbij. “Hoe vond u de laatste fase gaan?”, “Is alles naar wens verlopen voor u, als familie?”, “Hoe vond u het verblijf hier?” Het gesprek verliep prettig. En als bedankje voor de gehele afdeling heeft de familie de typisch Spakenburgse koek “Spakenburgs hart” meegenomen. Voor hen is het goed zo…

Als iemand overgeplaatst wordt naar een andere instelling en ook als iemand is overleden, neem je na zes weken contact op om een nazorg en evaluatie gesprek te voeren. 

Nuttig voor deze fase​

Als iemand uit zorg gaat, maar ook als iemand is overleden, neem je na zes weken contact op om een nazorg en evaluatie gesprek te voeren.

Het is bedoeld om de ervaring van de contactpersoon in kaart te brengen. De vragen in dit gesprek zijn kort. Zodat de aandacht uitgaat naar de ervaring van bewoner of familie. Noteer de uitkomsten op het digitale formulier, te vinden in het elektronisch zorgdossier.

Als hulpmiddel kunnen de volgende hulpvragen gebruikt worden: 

  • Werd er voldoende rekening gehouden met wat u/ uw naaste wilde en kon? 
  • Hoe ervoer u de bejegening, veiligheid en privacy in de zorgverlening? 
  • Hoe verliep de samenwerking tussen u en de EVV/ZOCO? 
  • Hoe verliep de communicatie en samenwerking tussen u en de zorg? 
  • Kreeg u voldoende informatie t.a.v. de voortgang van zorg en behandeling?Was het duidelijk wie u hierover kon aanspreken? (arts, EVV-er) 
  • Werd u betrokken bij het nemen van beslissingen indien uw naaste dit zelf niet meer kon? 
  • Werd u geïnformeerd over gewoonten, regelingen, voorzieningen en mogelijkheden? (Bijv. huisregels, blijven slapen). 
  • Hoe vond u de vakkundigheid/ deskundigheid van de medewerkers? 
  • Hoe heeft u de begeleiding ervaren?

Zorgen voor jezelf

De zorg voor Eva is nu afgelopen. Uiteraard heb je nog meer bewoners onder je hoede en gaat het werk door. Belangrijk is het om ook de tijd te nemen voor jezelf. Neem de tijd om de zorg voor Eva ook af te ronden. Denk je genoeg aan jezelf? Heb je nog iets geleerd de afgelopen tijd? Kun je je ervaringen delen met je collega’s?

Het begeleiden van een stervende bewoner wordt nooit gewoon. Ongeacht hoeveel of weinig ervaring je hiermee hebt. Afscheid nemen door overlijden brengt altijd emotie met zich mee, niet alleen voor de nabestaanden. Zorg ervoor dat je de ervaring die je hebt gehad bespreekt, voorkom dat je een emotie of gevoel alleen mee naar huis neemt. We zorgen hiermee niet alleen voor onszelf, maar ook voor elkaar.

Nuttig voor deze fase​

Ben je iemand die graag een goed gesprek voert over doodgaan? Of hou je je liever stil? Nederlanders gaan op heel verschillende manieren om met hun eigen sterfbed. En dat is niet altijd gemakkelijk voor hun nabestaanden. Hoe openhartig ben jij over de dood?

Deze test is gebaseerd op een landelijke enquête van onderzoeksbureau Motivaction. Het invullen van de test kost ongeveer vijf minuten. 

Vul optioneel je e-mailadres in wanneer je na afloop van de test de uitslagen per e-mail wilt ontvangen. Klik anders direct op de knop beginnen. 

Doe de test

Hoe beleef jij afstand en nabijheid, intimiteit en grenzen in relatie tot anderen? Dat is belangrijk, want dat zie je in je werk in alles terug.

Hoe dichtbij mag je komen? En ook: hoe dicht mag iemand bij jou komen? Hoe neem je je eigen ruimte en grenzen en die van de ander waar en hoe stem je die goed af?

Neem eens de tijd om het volgende te bespreken met een collega. Dit kan in een tweetal, maar ook tijdens een teamdag of een intervisie:

  • Waarom werk jij in de zorg? En welke rol speelt dat in het omgaan met grenzen.
  • Ervaar jij wel eens  spanningen tussen afstand en nabijheid in het contact met bewoners en naasten. 
  • Heb je soms de behoefte om je eigen verhaal te delen met bewoners of naasten? Wat vind je daar eigenlijk van? Kan dat? Mag dat? 
  • Lukt het je om jezelf te blijven in lastige situaties?

Deel je ervaringen. En leer van elkaar.

Lees ook het verhaal van...

Jeanine is pas net in het verzorgingshuis terecht gekomen en is 80 jaar oud. Jeanine werkte vroeger in de V&D in Amersfoort, ze was daar hoofd accessoires. Ze heeft haar V&D badge graag in de buurt omdat ze trots is op haar oude baan. Ze heeft al een aantal jaar een vaatlijden en ontregelde diabetes, na het overlijden van haar man kon ze niet langer alleen thuis wonen.